Lezing tijdens Lucasordedag 2007 ds Rob van Essen - Warden
HOE ANTWOORDT GOD? - DE ANTWOORDEN VOORBIJ
Geen instant-verlossing
Luisteren is fundamenteel in het pastoraat. Als je een ander in aanraking met Christus wilt brengen, dan vraagt dat gevoeligheid en bescheidenheid. Hoe beluister je - in de vele vragen en in het levensverhaal van de ander - de vraag waarop het werkelijk aankomt?
Uiteindelijk gaat het immer om de zin-vraag!
In alle levensvragen worstelen mensen met God. We moeten ons goed realiseren dat als iemand ons, als medewerker van de kerk - of tenminste als gelovige - zijn/haar verhaal toevertrouwt, die ontmoeting geladen is met verwachting. Op één of andere wijze zou dit gesprek, of de voorbede eraan verbonden, toch een keerpunt kunnen betekenen! Wellicht krijg je weer zicht op God, komt er een antwoord op al je vragen!
En wat is het een geweldige verzoeking te menen dat wij daartoe in staat zouden zijn! Dat we met de bijbel of onze gebeden ‘instant-verlossing’ zouden kunnen verschaffen.
‘Antwoord op al uw vragen geeft u Gods woord’, zongen de Shepherds in de zeventiger jaren. Maar dat is een onhoudbare pretentie. Er zijn van die kleine boekjes, waarin allerlei problemen staan opgesomd met daarbij de bijbelteksten die je uitkomst kunnen verschaffen. Ik meen ze ook wel eens in een bijbel te hebben gezien die de ‘Gideons’ in hotels laten neerleggen. ‘Bij verdriet: lees.....’ Er zullen vast mensen zijn die daar individueel door zijn gesticht, maar wordt nooit zo’n teksten boekje voor een ander! En verwacht ook niet dat u al biddende het licht kunt doen opgaan in een mensenleven.
God bewijst zich niet
Hoe antwoordt God? vragen mensen. En ik begin maar heel provocerend te zeggen: meestal antwoordt God niet. Of anders gezegd: mensen worden niets van Hem gewaar in de ellende. Ze zoeken antwoorden op de ‘waarom’s ‘ die door hun hoofd malen. Ze smeken om genezing voor iemand die hen zeer lief is. Wekelijks bidden voorgangers om vrede in gebieden waar oorlog is, om verzoening waar haat en terreur regeren. Maar het geweld heeft een eigen dynamiek. In Irak bevechten Shiieten en Soenieten elkaar met grote bitterheid en Bin Laden blijft in hate-videoboodschappen te horen.
Sommige gelovigen lossen dat op door zo’n oorlog als een straf van God te zien. Anderen verklaren het zwijgen van God daaruit dat er verkeerd of ongelovig gebeden is. Toen we op de conferentie in Engeland waren was er een voorganger die claimde dat de wonderen zich vermenigvuldigen, als je maar gelovig bidt. Ik heb zelfs niet het begin van een poging gedaan om daarover in discussie te gaan. De pijn over mijn onverhoorde gebeden was nog te vers. Want wat hier gebeurt, dat is precies de kern van ons probleem: we willen dat God Zich bewijst en met zijn vuist op de tafel van ons leven slaat. Al was het maar dat Hij onze vurige gebeden beloont met een mirakel.
Maar er zijn tijden in ons leven dat God niet antwoordt. Hij zendt geen ‘verklaring’ en is niet
‘oproepbaar’. Want God is God. Hij is de Heilige, de gans andere. Hij is in de hemel, wij zijn
op aarde.
Over Gods spreken
Met dat ‘in de hemel’ zijn van God wil niet gezegd worden dat Hij ergens ‘buiten’ onze
werkelijkheid is. Hij is in onze werkelijkheid (immanent), maar overstijgt (transcendeert) die
tegelijk. God is groter dan ons verstand, groter dan ons hart, groter dan de wereld, groter dan
de kosmos. ‘In Hem zijn wij en bewegen wij’
. Wij zijn de vissen, Hij is de zee. Hij is de
wijde blauwe hemel, wij zijn de kleine zaden die dansen op de wind.
God is geen oneindig uitvergroot mens. Dat wij zeggen dat Hij ‘persoon’ is, wil zeggen dat
Hij aanspreekbaar is. De bijbel spreekt over Gods ogen, omdat Hij onze nood ziet. Er wordt
gesproken over Zijn oren, omdat Hij het roepen van de ellendigen hoort!
We horen over de
mond van God, omdat Hij spreekt. Maar ook het spreken van God is ‘bij wijze van spreken’.
Er is geen ‘zintuiglijk waarneembare’ stem die over de Grote Markt van Delft klinkt, als ik
daar ben. Toch heb ik zelfs daar Zijn stem af en toe gehoord. Maar dat ‘spreken’ is meer dan
een gezellig onderonsje. Johannes op Patmos hoorde een geluid ‘als van een bazuin, een
geluid als van vele wateren’
, toen de verhoogde Christus tot hem sprak. Als God ‘antwoordt’,
dan betekent dat niet dat Hij de lacunes in onze kennis over Hem of ons leven invult. In de
Schrift hoor ik van mensen die ‘antwoord’ van God kregen en er daardoor nog meer vragen
bij kregen. Trouwens, hoeveel ‘antwoorden’ het geloof in Jezus Christus ons ook heeft
gegeven, er zijn minstens zoveel vragen voor in de plaats gekomen. Wie niet in God gelooft,
hoeft niet met het kwaad en de demonie van deze wereld te worstelen. De wereld is nu
eenmaal een wreed complex van eten en gegeten worden. Maar juist wie in Jezus Christus
Gods liefdevolle aanwezigheid heeft zien oplichten, die kan niet anders dan verbijsterd raken
over de afgrond van kwaad die zich steeds weer voor je voeten opent.
Het kruis wordt nooit verleden tijd
God antwoordt niet: ik bedoel daarmee dat christendom de godsdienst van incarnatie en kruis is. Ik geloof heilig in de verzoenende kracht van het kruis, maar tegelijk ben ik bang dat geharnaste verdedigers van het verzoeningsdogma soms geen idee hebben van de betekenis van het kruis. Zij verdedigen de verzoening, omdat ze zo een pasklaar model hebben waarin God en Jezus via een ‘deal’ heel de werkelijkheid weer in orde brengen.
Maar je kunt ook te veel weten over God! Wat wij weten over God, weten we via en dankzij Jezus. En wie verder kijkt dan zijn dogmatische neus lang is, die ziet dat de werkelijkheid niet in orde, niet verzoend, is. Aan het kruis openbaart Jezus dat God niet als een usurpator - overweldiger - in onze werkelijkheid aanwezig is. Op Golgotha niet en in de hof van Eden niet. De God van de bijbel ‘geeft’ de mens niet slechts vrijheid. Hij is Zijn vrijheid! In Gods wezen - in Zijn beeld geschapen zijn - betekent delen in het risico van de liefde.
God is liefde. Wat liefde is, dat leer een mens pas gaandeweg in zijn leven. Elke keer dat ik het dacht te weten, toen ik verliefd werd, toen ik kinderen kreeg, de liefde zag van een dochter die haar demente vader verpleegde, bleek dat mijn opvatting van liefde de klein, te zelfzuchtig, te burgerlijk was. Liefde is Golgotha: eindeloos geduld. Eindeloos dragen. In Psalm 30 vers 6 lezen we ‘want een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen; des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich’. ‘Een leven lang’, als we ons realiseren hoeveel welbehagen dat is, dan zouden we er haast onder bezwijken.
Al is het Pasen en Pinksteren geweest - opstanding en uitstorting van de Geest - daarmee is
het kruis niet achterhaald. Zoiets als: ‘een akelig intermezzo, vlug vergeten’. Nee, Johannes
ziet in het midden van de troon een Lam, staande als geslacht! In Zijn zwakheid en
menselijkheid was Jezus voor ons God. En de Geest die Hij zendt is de Geest die Gods
zwakheid, Zijn liefde, communiceert. Jezus is de ‘gewonde genezer’: Hij liet de vragen en de
pijn toe (met ontferming bewogen
) en zo kon Hij Gods antwoord worden. In de ogen en
handen van deze mens was de erbarming en barmhartigheid van God.
Bidden om God
En zo ‘antwoordt’ God nog steeds. Met zijn Geest wil Hij onze menselijkheid in dienst
nemen, vervullen, om ons in zijn zwakte te doen delen. En wie alle pretentie heeft losgelaten,
die kan bidden tégen de bierkaai. Volgens Henri Nouwen is bidden: ‘Denken en leven in Gods
aanwezigheid’. Het is roepen, je vastklampen aan de vreugde en over vrede spreken.
God
geeft geen ‘antwoorden’, Hij geeft Zichzelf. Kracht om te dragen, een vrede die alle verstand
te boven gaat, verlichting. God is het ene ‘Antwoord’. Wie heb ik nevens U in de hemel?
Nevens U begeer ik niets op aarde
. Dominee Wim Jansen
ontdekt dit geheim tijdens een
retraite: ‘En ineens, hier zittend voor de icoon van de liefelijkheid, ervaar ik ook de
bewustheid van Gods liefde. Ik voel mij opgenomen in dat woord. Het trekt door mij heen en
verlicht en verwarmt me: liefelijke God, liefelijke God. Het zingt in mij en het overspoelt mij
zacht, zo zacht als Eliane’s donkere haren tegen mijn gezicht: liefelijke God, liefelijke God.
Ja, ik geloof dat ik nú pas echt ben doordrongen tot de kern van God, dat ik nu iets ontwaar
van de trekken van zijn goedheid, niets-dan-goedheid. Het is als in een visioen. Het is een
helder en onomstotelijk weet hebben van Gods definitieve goedheid en schoonheid. Liefelijk,
liefelijk. Ik ben mij zeer bewust van de aanwezigheid Gods in dit moment. Dat is dus wat God
geeft in stilte en gebed’. Ook het individuele gebed is opgenomen in het gebed van de
gemeenschap: we kunnen bidden omdat er voor ons gebeden wordt! Bidden is geen heroïsche
poging buiten mijzelf te treden, maar jezelf gedragen weten, opgenomen worden in de
Presentie van God. ‘Waar twee of drie in mijn Naam samen zijn, ben ik in hun midden’
. Het
gaat in het gebed in laatste instantie er niet om iets bij God te bereiken: het gaat erom God te
bereiken. Ruard Ganzevoort schrijft: ‘Bidden heeft zin. De meeste steun wordt gevonden
wanneer de steun niet het doel is van het geloof’
Soms merken we dat helemaal niet terwijl
we bidden, terwijl we de deelnemen aan de liturgie. Maar Nouwen schrijft: ‘Toch spreekt God
me aan, Hij kijkt naar me en omhelst me daar waar ik het nog niet kan merken’.
Wachten op God
Het heeft dus zin stil te worden voor God. Ook als je Hem helemaal niet ervaart. Er kunnen
zomaar ‘droge’ tijden optreden in je geloofsleven. De wegen tot God die je altijd ging - via de
Schrift, de gebedskring, de eredienst - het zegt je niets meer. Het kan zijn dat je van God bent
weg gedwaald. Maar het kan ook zijn dat God nieuwe wegen met je wil gaan. In ‘De donkere
nacht van de ziel’ zegt Johannes van het Kruis daar heel wijze dingen over. ‘Geestelijke
droogte hoeft geen gevolg van zonden te zijn. God brengt ons in de donkere nacht om ons te
zuiveren. Om ons van de verstandelijke weg van de reflectie - waar we ook ‘antwoorden’
zoeken - te leiden op de weg van de contemplatie. Stil zijn voor Hem. Zoals iemand poseert
voor een schilder. God wil het beeld van Jezus in ons vormen, laat Hem Zijn gang gaan! Denk
niet dat je niets doet. Je hoeft niet anders te doen dan je ziel vrij te houden, je op God te
richten, zonder poging of verlangen Zijn aanwezigheid te voelen of te proeven.’
In Gods
NAAM wordt Zijn beloftevolle aanwezigheid uitgespeld: ‘Ik zal er zijn voor jou’. Wie de
lieflijkheid van God wil ervaren, staat niets anders te doen dan te wachten, zoals de dichter
van Psalm 27 dan ook zegt. Dat is geen ledig wachten en ook niet het wachten op de helpdesk
die een antwoord heeft op de problemen met je PC. Dat laatste is een wachten vol ongeduld,
we betalen niet voor niets voor een snelle verbinding! In het wachten op God echter vervult de
Geest ons met volharding en met een vrede aan alle antwoorden voorbij, zonder ons met de
pijn en de disharmonie te verzoenen! Wie bidt, zegt Jezus, die ontvangt de Geest
. De Adem
die ons staande en gaande houdt.
Terug naar het pastorale gesprek. In het gesprek tussen twee mensen kan veel gebeuren. Wees
maar niet bang als je geen antwoorden kunt geven, durf te wachten tot Hijzelf het antwoord
wordt. Leg de klacht en de boosheid van die ander als een gebed bij God neer. Hoe God
antwoordt, we weten het niet. We weten wel dat Hij zo in onze vragen is ingedaald, onze
schuld en opstand zo gedragen heeft, dat ons niets meer kan scheiden van de liefde Gods
welke is in Christus Jezus, onze Heer
.